Buiten de gebaande paden
In onze prestatie -schappij lijkt opvoeding steeds meer gericht op succes en het behalen van resultaten. Ouders voelen zich verplicht om hun kinderen klaar te stomen voor een toekomst waarin prestaties de maatstaf zijn voor geluk en maatschappelijk aanzien. Dit uit zich in overvolle agenda’s, voor school, sport, muziekles en bijlessen
De focus lijkt gericht op het ontwikkelen van vaardigheden die direct bijdragen aan maatschappelijke eisen. Maar wat betekent dit voor de persoonlijke ontwikkeling van kinderen? De
Duitse socioloog Herbert Marcuse (1898-1979) biedt met zijn concept van de ‘eendimensionale mens’een kritische kijk op deze manier van opvoeden. In zijn studie One-Dimensional Man uit 1964 stelt de Duitse socioloog Herbert Marcuse (1898-1979) dat de moderne samenleving individuen dwingt zich aan te passen aan een systeem dat draait om productiviteit. Mensen worden gereduceerd tot instrumenten van de economie, waarbij hun waarde vooral wordt gemeten aan hun bijdrage aan de markt.
Dit model zien we terug in de opvoeding van vandaag: de prestatiedrang die leidt tot een nadruk op academisch succes en technische vaardigheden, met een nadruk op diploma’s en economisch kapitaal. Hoewel de hedendaagse pedagogiek ruimte biedt voor creativiteit, kritisch denken en identiteit, blijkt in de praktijk dat prestaties nog steeds vaak leidendzijn.
Ouders willen hun kinderen kansen geven binnen een steeds competitiever wordende samenleving. Maar deze prestatiedruk leidt vaak tot een eenzijdige ontwikkeling. Marcuse zou dit beschrijven als het creëren van ‘valse behoeften’: de druk om te excelleren in sociaal geaccepteerde vormen van succes, terwijl de intrinsieke waarde van het individu op de achtergrond raakt. Unieke talenten en interesses worden vaak ondergeschikt gemaakt aan externe doelen.
Een ander punt dat Marcuse aanstipt, is de toenemende invloed van technologie in het onderwijs. Kinderen ontwikkelen steeds meer digitale vaardigheden, die gezien worden als belangrijk voor hun toekomstige kansen op de arbeidsmarkt. Deze nadruk op dergelijke functionele vaardigheden heeft echter een keerzijde. De focus op productiviteit verdringt vaak creativiteit en kritisch denken. Kinderen leren om te opereren binnen een systeem, maar krijgen minder ruimte om dat systeem te bevragen of hun eigen, authentieke pad te bewandelen.
Opvoeders moeten zich bewust zijn van de subtiele druk die het systeem van productiviteit op kinderen uitoefent. Dit betekent dat creativiteit en reflectie geen bijzaak mogen zijn, maar centraal moeten staan in de opvoeding. Het gaat erom kinderen aan te moedigen om te experimenteren, fouten te maken en buiten de gebaande paden te treden. Alleen dan kunnen ze leren om kritisch na te denken over hun rol in de maatschappij en hun eigen pad ontdekken, in plaats van enkel te voldoen aan maatschappelijke verwachtingen. Het idee van ‘authenticiteit’ in opvoeding vereist dat we kinderen niet alleen laten kiezen binnen vastomlijnde kaders, maar dat we hen leren deze kaders zelf te bevragen en te herdefiniëren. #school