Als er maar genoeg proteïne in zit. Dan is het sowieso goed voor je. Toch?
Proteïne is hot. Waar komt die trend rond eiwitrijke en eiwitverrijkte producten vandaan? En wat is de invloed ervan op de transitie naar meer plantaardige voeding?

Eiwitten zijn hot. Waar bodybuilders het vroeger van kwark en eieren moesten hebben, staat elke supermarkt en drogist nu vol met poeders en producten met een hoog eiwitgehalte. Steeds meer consumenten, ook niet-sporters, raken in de ban van proteïnerijke voeding. De redenering klinkt overal hetzelfde: zolang er maar veel proteïne in zit, is het goed voor je. De marketing speelt in op de behoefte om fit en gezond te blijven. Zo kreeg proteïne de afgelopen veertig jaar een haast ongenaakbare reputatie. Populaire diëten draaien om minder vet en koolhydraten, en juist meer eiwit. Voeding is steeds functioneler geworden en verliest haar culturele betekenis. Eten lijkt nog maar één doel te hebben: de optimalisatie van gezondheid, uiterlijk en prestaties. Maar wat als de drang tot optimalisatie zelf een obsessie wordt?
Hoe gezond is die fixatie op perfecte voeding eigenlijk?


Loading full article...