Herfst
Donkere wolken trekken een sprintje langs het hemelgewelf, de een nog sneller dan de ander. De straat wordt langzamerhand weer voorzien van een bedekking van blad, in groen, rood, bruin en geel. Kortom, het is weer herfst, en ook oom Frits en tante Coby zorgen voor elke voet buiten de deur voor een passend assortiment kledij. Dat wil zeggen: mutsen, sjaals en wanten. Al speelt de temperatuur zo nu en dan voor raddraaier, want al die wollen bedekking brengt ook de nodige hitte met zich mee. Wie daarover zeurt weet ik niet. Of toch, het is vrouwelijk en loopt naast oom.
‘Hoe is het mogelijk, ik zweet haast mijn jas uit!’
‘Vertel eens, ‘antwoordt oom Frits stoïcijns, ‘Wie heeft ook al weer bedacht dat het tijd is voor deze winterkleren?’
‘Hmpf.’